Meer aandacht algemene kennis ipv basisvaardigheden nu minister Wiersma vertrokken is

Hoe het staat met de algemene kennis van basisscholieren? Joost mag het weten

Radboud Recharge 22 juni 2023

In groep 7 staat vandaag een taaltoets op het programma. Emma heeft er eigenlijk wel zin in, want ze kan technisch vlot lezen en met de lessen ‘begrijpend lezen’ van meester Mark kan ze doorgaans prima meekomen. Kom maar op, met die toets!

De toets begint met een nieuwsbericht over klimaatverandering in India. Oefff, dat valt toch tegen: over dit onderwerp hebben ze het nog nauwelijks gehad op school. Vraag 1 gaat over regel 9-10: ‘De verwoestijning heeft grote invloed op de landbouwsector, zoals het verbouwen van gewassen.’ Verwoestijning, daarin herkent ze in ieder geval het woord woestijn. India, waar lag dat ook alweer? En wat heeft verbouwen nou weer met wassen te maken? Het begint haar te duizelen. Dan de vraag: is het voegwoord ‘zoals’ hier correct toegepast?

Een paar weken later krijgt ze haar rapport. Emma ziet het op de grafiek: haar taalvaardigheid stagneert. Ze is niet de enige van de klas. Meester Mark wordt er onzeker van, hij heeft zo zijn best gedaan. De minister van Onderwijs heeft het steeds over die ‘basisvaardigheden’ taal en rekenen, ze moeten beter. Dat blijkt ook uit internationale onderzoeken zoals PISA-2018 en PIRLS-2021. Misschien dan toch nóg wat extra lestijd inplannen voor

begrijpend lezen? Maar ten koste van wat? Geschiedenis? Dat wordt niet getoetst, dus misschien geen gek idee…

Nee Mark! Doe het niet! Minister Dennis Wiersma heeft je met zijn ‘masterplan basisvaardigheden’ op het verkeerde been gezet. Waarschijnlijk onbewust. Als we de berichten mogen geloven, vielen zijn ambtenaren van hun stoel toen ze hem dat plan begin vorig jaar op televisie hoorden aankondigen. Volgens hen was er nog geen plan, geen team – niks.

Wellicht is dat de verklaring voor het feit dat in de Kamerbrieven over dat masterplan traditionele schoolvakken zoals geschiedenis, aardrijkskunde en biologie schitteren door afwezigheid. Taal en rekenen, belangrijk natuurlijk. De technische leesvaardigheid, de spelling, het kan en moet op orde komen in Nederland. Rekenen, idem dito. Maar taal, dat gáát altijd ergens over. Wiersma lijkt het niet te begrijpen: de ‘taaltoets’ van Emma, PISA en PIRLS, het zijn kennistoetsen in vermomming.

Emma kan prima technisch lezen, kent de nodige leesstrategieën. Het ontbreekt haar aan de twee andere hoofdingrediënten voor tekstbegrip: woordenschat en algemene kennis. Hoe staat het tegenwoordig eigenlijk met de algemene kennis van Nederlandse basisschoolleerlingen? Joost mag het weten.

Mijn inschatting, op basis van de tientallen basisscholen die ik de afgelopen jaren bezocht: heel slecht. Op harde cijfers kan ik mij bizar genoeg niet baseren. De Inspectie van het Onderwijs is het zicht op de beheersing van de eerdergenoemde schoolvakken

kwijt na 2008. Destijds voerde Cito nog de zogenoemde Periodieke Peiling Onderwijsniveau (PPON) uit.

De PPON bracht in 2008 al weinig goed nieuws: maar iets meer dan de helft van de leerlingen bereikte het niveau ‘Voldoende’ voor de vakken geschiedenis en aardrijkskunde. De zorgen daarover waren toen al – en terecht – groot. Kennis over de wereld is namelijk de grondstof voor denkwerk én fungeert als mentaal klittenband: hoe meer je weet, hoe beter je kunt leren. Alarmbellen hadden af moeten gaan. In het belang van onze jeugd, democratie en kenniseconomie. Maar het tegenovergestelde gebeurde: deze schoolvakken werden langzaam maar zeker ten grave gedragen, met de huidige afname van leesvaardigheid tot gevolg.

Een belangrijk wapenfeit komt op conto van toenmalig onderwijsminister Van Bijsterveldt in 2011. Zij stelde voor om de Centrale Eindtoets (tot die tijd beter bekend als dé Citotoets) verplicht te stellen. Zo geschiedde, maar dat gold alleen voor de onderdelen taal en rekenen. Het onderdeel wereldoriëntatie viel buiten de boot en bleef facultatief. Het gevolg: het aantal scholen dat het onderdeel wereldoriëntatie nog toetst is sindsdien zo sterk geslonken dat het na dit jaar helemaal verdwijnt. Wereldoriëntatie, who cares?

Het korte antwoord: een minderheid van erudiete leraren, roepende in de woestijn, met uitsterven bedreigd. Toegegeven: in 2015 bezocht de inspectie nog 149 basisscholen om een beeld te krijgen van de stand van zaken. Het resulteerde in een treurig rapport. Slechts zo’n 20 procent van die scholen kreeg een voldoende voor hun kwaliteitszorg ten aanzien van

wereldoriëntatie. Weinig scholen registreerden de voortgang van hun leerlingen op dit vlak. Een deel zei de aanbevolen combinatie met taal te willen maken, maar in de praktijk zagen de inspecteurs daar bar weinig van terug. Anno 2023: de inspectie brengt haar lijvige jaarrapport De Staat van het Onderwijs uit. Geen woord over wereldoriëntatie. Het doet denken aan Trumpiaanse logica: als we het niet toetsen, is er ook geen probleem. Volgend jaar zal het anders zijn: eind 2023 worden de resultaten verwacht van een nieuw peilingsonderzoek. De onderzoekers gaan de resultaten ook vergelijken met 2008. Licht in de duisternis, het is een goede zaak; maar ik houd mijn hart vast. Tegelijkertijd zal het hopelijk eindelijk eens die alarmbellen doen afgaan.

Dit artikel is geschreven door Erik Meester, leraar en curriculumontwikkelaar, verbonden aan de bacheloropleiding Pedagogische Wetenschappen voor Primair Onderwijs en de masteropleiding Curriculumontwikkeling voor Primair Onderwijs aan de Radboud Universiteit. In juni is hij gastcolumnist voor de Volkskrant, die elke maand iemand uitnodigt een serie columns te publiceren op www.volkskrant.nl/opinie.

John Kistermann